Plaats van belang

Gevechten bij de sluizen van Dokkumer Nieuwe Zijlen

Nederland

Markeren

Deel

Route

De bevrijding van Noordoost Friesland gaat niet zonder slag of stoot. De Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) en Canadese troepen leveren, deels zij aan zij, flinke gevechten. Het kost tenminste zes mannen het leven. Het zijn vooral vluchtende bezetters die gevechten en schietpartijen veroorzaken en over en weer slachtoffers eisen. Eén vluchtroute loopt via Dokkumer Nieuwe Zijlen.

Op vrijdagmiddag 13 april 1945 komt de opdracht van het Leeuwarder hoofdkwartier van het verzet tot openlijk optreden tegen de vijand. De vijf NBS groepen van de gemeente Kollumerland-Nieuwkruisland verzamelen zich in de loop van de avond onder aanvoering van Gemeentelijk Operatie Leider (Gemol) Ganzinga op de boerderij van Piebe Bakker. Wapens en munitie zijn uitgedeeld en ze moeten de sluizen van Dokkumer Nieuwe Zijlen innemen. Een detachement Duitsers houdt in de oorlog deze toegang tot de Waddenzee goed bezet.  

Het Wadden- en Lauwerszeegebied is van strategisch belang. Het is onderdeel van de Duitse verdedigingslinie de Atlantikwall. Deze loopt langs de kusten van Frankrijk tot aan Noorwegen. De Lauwerszee is dan nog niet afgesloten van de Waddenzee en de sluizen van Dokkumer Nieuwe Zijlen geven rechtstreeks toegang tot de zee en de Waddeneilanden. 

's Nachts trekken de gevechtsgroepen op naar de sluizen. Een aantal mannen steekt het water over om ook vanaf de andere oever de aanval in te zetten. Het gaat mis als er te vroeg een schot valt en de Duitsers gealarmeerd zijn. Er wordt van van alle kanten geschoten, zodat de gevechtsgroepen zich terug moeten trekken. De Duitsers verlaten ondertussen zelf hun stellingen en de volgende ochtend wordt de Nederlandse vlag zonder slag of stoot op de sluizen gehesen. 

Een deel van de gevechtsgroepen neemt daarna posities in op een driesprong niet ver van de sluizen vandaan. Het zijn wegen waarlangs de vluchtende vijand zich uit de voeten probeert te maken. Al in de loop van de zaterdagochtend komt het tot de eerste vuurgevechten en arrestaties. De dagen daarna proberen steeds meer bezetters vanuit Groningen naar het Westen te ontkomen. De weg naar Duitsland is afgesneden. Motoren, autobussen en vrachtwagens passeren de driesprong bij de Soensterdijk. Er vallen aan de kant van de NBS in drie dagen tijd vier dodelijke slachtoffers. Het aantal slachtoffers (+/- 23) en gevangenen (+/- 175)  onder Landwachters en Duitsers is aanzienlijk hoger. 

De zondag zijn de gevechten zo zwaar dat de hulp van Canadese carriers wordt ingeroepen. Vanuit Dokkum, dat de avond daarvoor bevrijd is, komen de gepantserde voertuigen in de loop van de ochtend via Kollum naar de sluizen om hulp te bieden. Het gevecht is dan snel voorbij en tientallen gevangen worden ‘s middags van de sluizen overgebracht naar Kollum. 

In de dagen daarna vertrekken verschillende NBS-ers van de sluizen naar het dichtbijgelegen Oostmahorn om samen met de Canadezen de haven te verdedigen tegen de aanval van de Duitse bezetting vanaf het eiland Schiermonnikoog. 

Ter nagedachtenis aan de omgekomen NBS-ers en het verzet is in 1950 aan de Soensterdijk een monument opgericht. Jaarlijks vindt hier de herdenking voor de gevallenen plaats.