Nederland
Markeren
Deel
Route
Pesse ligt op een knooppunt van wegen, dwars door Drenthe van noord naar zuid met nog een verbindingsweg naar Meppel. Ook in de oorlog was het al een goede en snelle wegverbinding. De Duitsers besloten daarom Pesse met hand en tand te verdedigen tegen de geallieerde opmars.
We lopen mee met een onderduiker, een jonge jongen, die met de Canadese Manitoba Dragoons het noorden van het dorp naderde, Eursinge genaamd. Het relaas van deze 15-jarige bakkersknecht Harry Stengs uit Amsterdam: “We hoorden komend uit Hoogeveen hevig schieten met machinegeweren. In de bocht waar we op keken waren mansputten gegraven waarin Duitsers zaten die weerstand boden en we zagen dat ze gevangen werden genomen. De achterliggende schuur vloog in brand. Langzaam stapvoets kwamen circa vijf pantserwagens van de geallieerden aanrijden met een commandowagen met rubber banden voorop. Ik ben achter de laatste gaan meelopen, richting kruispunt Eursinge”.
De Manitoba Dragoons zetten onmiddellijk hun grofste geschut in: granaten. Iedere inslag kwam met een straal vuur. Machinegeweren van beide partijen ratelden. Een Canadese pantserwagen stelde zich op aan de Dorpsstraat. Die schoot de boerderijen van Moes en Van Lubek in brand. Een andere pantserwagen schoot de boerderij van Waninge in brand. Door de wind kwamen er vonken op de boerderij van Lubbinge, die daardoor ook in brand vloog.
De bewoner van het Olde Jachthuis stond met een witte vlag te zwaaien om gespaard te blijven. Ooggetuige Albert Smid zag het gebeuren: “Het was geen wonder dat de beide huizen van Geert Moes en Hendrik van Lubek door dit tankgeschut in een ogenblik van tijd in lichterlaaie stonden. Bij Van Lubek zat een groep soldaten nog een laatste borrel te drinken in de kamer. Opeens floten de kogels naar binnen en boorden zich in de muur. Het was tamelijk zwaar geschut, te zien aan een gat in de muur van meer dan dertig centimeter.
Iedereen vloog in paniek naar buiten. De eerste Duitser rende zonder zich te bedenken de straat op en viel bijna op hetzelfde moment dood neer. De andere soldaten waren wat verstandiger en bleven onder dekking van het huis, evenals Hendrik van Lubek zelf. Die vluchtte achter het oude jachthuis langs via Berend Lubbinge naar Bareveld. Bij het laatste huis, dat van de familie Bolding, kwam hij tot stilstand om een beetje van de schrik te bekomen. De beide brandende huizen lagen nog steeds in de vuurlinie en branden uit. Geen mens waagde zich erbij.