Vestingwerk

Assener Stellung: indrukwekkend maar nutteloos

Nederland

Markeren

Deel

Route

Tienduizenden hebben in het laatste oorlogsjaar mee gespit aan de Assener Stellung om de geallieerde tanks tegen te houden. Het noeste veelal gedwongen werk had uiteindelijk geen nut.

Het was zo mooi geregeld door de bezetter: langs de Beilerstraat bij de Zuiderbegraafplaats stond een bunker met een grintbak pal naast een van de tankgrachten die rond de stad waren gegraven. De belangrijke zuidelijke invalsweg van de stad had een prima hindernis voor het geallieerde leger. Het gapende gat in de weg kon perfect worden verdedigd. 

Maar toen het er die 12de april 1945 op aan kwam stuurden de Canadezen een bulldozertank vooruit om het gapende gat dicht te schuiven. Dat gebeurde zonder veel hinder. Aan het begin van de Beilerstraat was nog wat mitrailleurvuur van de vijand, maar de gevreesde aanvallen vanuit het aanpalende Asserbos bleven uit. De bunker bij het café van de dames Eleveld was onbemand en de springlading onder het grint ging niet af. 

De aanleg van de tankgrachten had een hoop menselijk leed veroorzaakt. Krijgsgevangenen, onder wie veel Russen, moesten meespitten en Nederlandse mannen die eveneens werden gedwongen om meters te maken door de Asser bodem in een poging de Canadese tanks tegen te houden.  In het psychiatrisch sanatorium Port Natal even verderop aan de Beilerstraat – de toegang wordt nog altijd gemarkeerd met de toegangspoort - waren enige honderden dwangarbeiders ondergebracht. CDA-politicus Willem Aantjes bleek later een van hun bewakers. 

De littekens van dat grachtenstelsel zijn nog altijd te zien: herinneringen aan nutteloos verzet.