Verhaal

De snelle bevrijding van de provincie Drenthe

Nederland

Markeren

Deel

Route

Om een geallieerde opmars te bemoeilijken had de Duitse bezetter in het noorden van het land de Assener-Stellung aangelegd. Het was een aaneengesloten linie langs verschillende kanalen die de plaatsen Meppel, Assen, Groningen en Delfzijl met elkaar verbond. Toch wisten de Canadezen en Polen met behulp van Franse en Belgische parachutisten de provincie Drenthe uiteindelijk binnen een week te bevrijden.

Voor de verovering van Noordoost-Nederland grepen de geallieerden naar een bijzonder middel. Binnen de driehoek Meppel-Emmen-Groningen werden tijdens operatie Amherst ongeveer 702 Franse parachutisten gedropt. Tijdens deze operatie legden ze hinderlagen aan, vielen ze Duitse posities aan, bezetten ze een aantal bruggen en wegen en verhinderden ze dat Duitse militaire eenheden langs een van de kanalen een verdedigingslinie konden vormen. Hier en daar kwamen de para’s nog wel in netelige situatie terecht. Zo moesten op 9 april de eerste Franse parachutisten door de Belgische SAS worden ontzet. Tijdens diverse gevechtsacties kwamen in totaal drieëndertig parachutisten om het leven.  

Ondertussen trokken de Canadezen op over de as Holten-Ommen-Beilen-Assen. Op de plaatsen waar de Franse parachutisten hun doelen niet hadden kunnen veroveren, stuitten de Canadezen soms op felle tegenstand. Dit was het geval bij Beilen en bij het Oranjekanaal. Vernielde bruggen, verstopte wegen, logistieke knelpunten en drommen feestvierende mensen hadden het tempo gedrukt. Maar met de bevrijding van Assen op 13 april 1945 was bijna de gehele provincie Drenthe bevrijd en lag de weg naar de stad en provincie Groningen open. De inwoners van de Drentse hoofdstad onthaalden de bevrijders met open armen, volgens het Canadese oorlogsrapport: “a tumultuous reception which outdid everything experienced”.  

Op 13 april 1945 kwamen de eerste Canadese pantservoertuigen van de verkenningseenheid 8th RECCE uit de richting van Vries naar Zuidlaren. De Canadezen stonden voor een hindernis door de opgeblazen brug over de Drentse Aa. Een aantal burgers informeerden de Canadezen dat er nog een houten bruggetje in Zeegse lag en zo konden de Canadezen via Westlaren richting Zuidlaren trekken. Om 11.30 uur stonden de eerste Canadese voertuigen op de Brink en was Zuidlaren zonder noemenswaardige Duitse weerstand bevrijd. Kort hierna trokken de verkenners de provincie Groningen in, waarbij ze op 14 april Hoogezand bevrijdden.