Hedwig- bekend als Hedy - ontvluchtte haar thuisland Oostenrijk na de komst van de Duitse troepen in maart 1938. Ze reisde naar Engeland en kwam op 15 november 1938 aan op Jersey.

Hedwig registreerde zich als Joodse in 1940 onder de Eerste Verordening van de Verordeningen tegen de Joden. Ondanks haar Joodse identiteit vond ze werk als tolk voor het Duitse transportpersoneel, maar ze dook onder nadat ze werd aangegeven voor het smokkelen van benzinebonnen. Hedwig deed alsof ze zelfmoord pleegde en liet een briefje en een stapel kleren achter op het strand van St Aubin's Bay.

De Duitse autoriteiten waren echter niet overtuigd en bleven naar haar zoeken. Terwijl Dorothea's Oostenrijkse man gedwongen werd om voor Hitlers strijdkrachten in Europa te vechten, bood ze haar vriendin onderdak. Hedwig had ook een relatie met een Duitse officier, luitenant Kurt Rümmele, die voedsel naar haar smokkelde. Nadat de eilanden op 9 mei 1945 bevrijd waren, kon Hedwig eindelijk uit de schuilplaats komen en het paar trouwde in 1949.

Dorothea's dappere acties hebben bijna zeker Hedwigs leven gered. In 2016 werd ze postuum onderscheiden als Rechtvaardige onder de Volkeren door de staat Israël en in 2018 werd ze een Britse Held van de Holocaust. Dorothea's onderscheidingen worden tentoongesteld in de Occupation Tapestry Gallery van het Maritiem Museum van Jersey.