Nederland
Markeren
Deel
Route
Donderdag 27 augustus 1942. In Engeland stijgen deze avond honderden bommenwerpers van verschillende vliegvelden op om later het Duitse Kassel te bestoken met duizenden brisantbommen.
De in februari aangetreden Engelse luchtmaarschalk Sir Arthur T. Harris wil het moreel van de Duitse bevolking breken door hen hevig te laten lijden met verzengende bombardementen in het hart van Duitse steden. Hij ‘verdiende’ daarmee de bijnaam Bomber Harris.
Vanaf vliegbasis Brighton vertrekt rond 20.00h Wellington Z1212 als laatste van een squadron Australische vliegers.
Voorin in de neuskoepel zit bommenrichter Horatio Munckton. Hij heeft twee mitrailleurs ter beschikking mocht er voor hem een jachtvliegtuig opduiken en hij zal tevens de meer dan 800 brandbommen lozen; in geval van nood fungeert hij als tweede piloot.
Munckton vervangt vaste bommenwerper Johnsen, die ziek op de luchtmachtbasis achtergebleven is. Vanzelfsprekend is hij extra alert nu ze als laatste vliegtuig een mogelijke prooi vormen voor Duitse jagers. Wat hij niet weet is dat boven Oost-Nederland een geduchte nachtjager op zoek is naar een prooi: Oberleutnant Lüttje, die binnen een paar maanden Staffelkapitein zal worden van z’n eigen groep jagers en het felbegeerde Ridderkruis mag ontvangen.
“Al gauw werden we op 14.000 voet door twee nachtjagers ontdekt en beschoten. Een regen van kogels roffelde door ons vliegtuig en vernietigde het hydraulisch systeem, waardoor we onze geschutskoepels niet meer konden draaien. We konden dus ook niet meer terugschieten.
We doken met een steile duik in een wolk op 7.000 voet, waarna piloot Kim me de opdracht gaf om de geschutskoepel te verlaten en hem te assisteren. Ik zag aan de brandstofmeter hoeveel brandstof we verloren. Om het vliegtuig zo licht mogelijk te maken, dropten we onmiddellijk onze bommen en begonnen aan de terugreis. Onze navigator Jarrett was door een granaatsplinter in het gezicht gewond geraakt. Ik verliet mijn positie en legde een noodverband om zijn hoofd.
Op dat moment zag ik granaatexplosies ter hoogte van mijn voet en het vliegtuig dook recht omlaag. Schijnbaar had Kim de kist niet meer onder controle. Ik kreeg geen contact met de cockpit: de intercom werkte niet meer. Ik opende het ontsnappingsluik bij mijn voet en wurmde me door de smalle opening. Vrijwel meteen werd ik door de voorbijrazende luchtstroom gegrepen en hing in een paar seconden wild schokkend onder mijn parachute.
Ik hoorde een enorme explosie van het vliegtuig, terwijl ik zo’n beetje op hetzelfde moment een redelijk zachte landing maakte. Toen ik zag hoe het wrak even verderop uitbrandde, realiseerde ik me dat ik het er levend vanaf had gebracht en voelde me ineens intens dankbaar.” - aldus Munckton in een interview in 1992.
tekst: Hugo van den Ende
research: Stefan Hendriks