Willi en ik zitten hier nu wel met z’n tweeën in het ziekenhuis in Zwolle met onze kop in het verband, maar wij kunnen het allebei nog navertellen en de strijd weer oppakken, terwijl Kurt, onze vriend en goede radiotelegrafist, gesneuveld is.  
Hoewel ...  het is nog maar de vraag of we weer kunnen vliegen nu we vannacht zo gecrasht zijn. En hoe lang zou de oorlog nog voortduren, nu Antwerpen al verloren is gegaan en hoeveel tijd zou het ons kosten om weer bij de troepen aan te sluiten? Zouden er nog wel nieuwe toestellen geleverd worden ondanks al die bombardementen op onze fabrieken?  

Toen we net na middernacht in het pikkedonker opstegen uit Leeuwarden - nadat we gehoord hadden dat er Engelse bommenwerpers boven de Noordzee waren gespot - had Kurt nog het hoogste woord.  
Hij zou met zijn technische kennis de reusachtige voelsprieten op de neus van onze Messerschmitt wel eens aan het werk zetten… Dankzij ons nieuwe radarsysteem zou hij ons beslist snel naar de bommenwerpers geleiden, zodat Willi zonder problemen zijn granaten zou kunnen afvuren op de Dicky’s.  

Dat liep dus totaal anders… Natuurlijk hielden we rekening met de boordschutters en ook waren we beducht voor Engelse nachtjagers.  

Maar terwijl we ons concentreerden op een van die jongens boven ons, werden we zelf na een uur al onverwachts uit het niets onder vuur genomen – geen houden aan.  
Gelukkig konden we op tijd afspringen en kwamen we in de buurt van elkaar op de grond. Willi hoorde ik kreunen en ik heb hem kunnen helpen met een noodverband. Kurt hoorde ik niet, maar toen ik hem controleerde hoorde ik heel zachtjes Scheisse holz … holz.. Daarna bleef het stil. Zouden we dan door zo’n houten Mosquito zijn aangevallen en zou de nieuwe radar die niet goed gespot hebben? 

Piloot Heinz Wagner heeft samen met boordschutter Willi Winkler de aanval van de Britse Mosquito overleefd - het is onbekend of ze opnieuw deelgenomen hebben aan de strijd tegen de geallieerden. Kurt Kudritzki is begraven op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden en later overgebracht naar de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn (L).

tekst Hugo van den Ende 
research Stefan Hendriks