Verhaal

No love no nothing

Nederland

Markeren

Deel

Route

Maandag 11 september 1944. Een dag na de val van Antwerpen (04-09-1944) gaan Nederlanders op ‘dolle dinsdag’ massaal de straat op om de spoedige komst van de bevrijders te vieren, maar dat zal nog maanden tijd vergen. En binnen een week, op 11 september, zullen veel Zeeuwen omkomen bij het Britse bombardement op de haven van Breskens.

Ook Duitsland ligt die 11e september onder vuur. Meer dan 1100 Amerikaanse vliegtuigen zijn onderweg naar Duitse gronddoelen, waaronder een machinefabriek in Hannover en een olieraffinaderij in Magdeburg. Een van de vele lange-afstandbommenwerpers is de B24-Liberator No love no nothing* van piloot Richard Vogel.  

Terwijl de vliegtuigen voor Hannover naar links afbuigen, vliegt Vogel rechtdoor naar Magdeburg. Daar krijgt de bemanning te maken met intensief luchtafweer: op het moment dat hun bommen vallen, incasseren ze een treffer in een van de motoren.  
Met een leeg toestel kunnen ze vertrouwen op de stuwkracht van de drie overgebleven motoren. Toch zijn ze wel kwetsbaar op hun terugtocht doordat ze aan snelheid inboeten, maar gelukkig komen twee Mustangs uit de groep van Hannover hen escorteren.  

Dan gebeurt iets waar niemand rekening mee heeft gehouden. Een van beide Mustangs komt erg dichtbij, té dichtbij. De Betty Lee komt in de luchtstroom van een hardwerkende motor, waardoor de Mustang tegen de staart van de B24 crasht. Terwijl de Betty Lee omlaag giert in de richting van Eerde, weet de bemanning van de Liberator in twee groepen uit het toestel te springen. De eerste vijf vliegers worden in de buurt van Vilsteren door Duitsers aangehouden. De tweede groep heeft meer geluk: ze worden opgevangen door de plaatselijke bevolking.  

En Vogel? In het nare besef dat zijn trouwe collega John in de val zit als staartschutter, verlaat hij als laatste vlak voor de Vecht zijn toestel. Nét niet te laat. 

Op 10 april zal hij samen met co-piloot Leslie Sellers de bevrijding door de Canadezen meemaken op een onderduikadres in Lemele.  

John Lougheed, piloot van de ‘Betty Lee’ is op 13 sept 1944 begraven in Ommen en later herbegraven in Amerika. Hij vloog in het geleende toestel van zijn collega William Kemp (op de foto hieronder bij diens nieuwe Betty Lee – okt ‘44). 

tekst Hugo van den Ende 
research Stefan Hendriks

*ELLA MAE MORSE ~ NO LOVE, NO NOTHIN` ~ 1943. Populair lied in oorlogstijd: “no love, no sir, no nothin’, until my baby comes home” 

Uitgebreid artikel in 'Rondom Dalfsen' (no. 67, pag. 14)

Adres

Historische Kring Dalfsen: De Trefkoele, Ruigedoornstraat 108, 7721 BR Dalfsen

Infos

info@historischekringdalfsen.nl