Na de bevrijding
Op 16 september 1944, een week na de bevrijding van Sint-Niklaas, rapporteert kolonel Majewski, de commandant van de 10e Pantser Cavaleriebrigade, aan Maczek dat er nog steeds veel collaborateurs in de stad zijn en dat de bevolking als geheel niet erg vriendelijk is tegenover zijn mannen. Zijn troepen krijgen zelfs af en toe te maken met een Belgische sluipschutter! Hij zelf is ingekwartierd in Hotel de Spiegel en is op zijn hoede iedere keer dat hij zijn tijdelijk verblijf verlaat.

Onrust in de stad
De belangrijkste oorzaak van deze onrust is de wrijving tussen drie lokale verzetsgroepen. In Beveren-Waas is het nog erger: een Duitse spion wordt door de Polen opgepakt. Meteen na de bevrijding nemen de verzetsbewegingen hun intrek in lokalen van de Kommandantur of van collaboratie groepen, zonder overleg met het stadsbestuur én zonder er rekening mee te houden dat de geallieerden in principe alle door de Duitsers bezette panden in gebruik nemen. In Gent is het al niet veel anders, daar zijn soortgelijke problemen als in Sint-Niklaas omdat de vijf (!) verzetsgroepen weigeren samen te werken. Tot overmaat van ramp zijn in België bijna alle groepen tot de tanden bewapend en heeft de lokale politie alleen 'morele controle'. 

Herstel gezag
Het einde van de strijd tegen de Duitsers betekent al met al  niet noodzakelijk het einde van de gevechten in het bevrijde België. Het is een probleem dat in veel Belgische gemeenten de kop op steekt en niet uniek is voor het Waasland. In Sint-Niklaas gaat het roer uiteindelijk langzaam om in de weken na de bevrijding. Er wordt een comité opgericht dat het kaf van het koren moet scheiden binnen het verzet en eind oktober is het burgerlijk gezag eindelijk hersteld.