Slagveld

Soldaten en koeien: gevechtstechnieken in Zondereigen

België

Markeren

Deel

Route

Tijdens de operatie richting Tilburg moeten de Polen zwaar strijd leveren tegen de Duitse troepen. De gevechten leiden tot gemengde gevoelens over de vijand.

Duitse parachutisten
Op zondag 1 oktober 1944 rukt de 1e Poolse Pantserdivisie van generaal-majoor Stanisław Maczek vanuit Mewrksplas op naar de Belgisch-Nederlandse grens. In Zondereigen stuiten ze op zware tegenstand, vooral van de Duitse parachutisten onder veteraan kapitein Rolf Mager, commandant van het IIe Bataljon van Fallschirmjäger-Regiment 6. De aanval op het dorp begint al vroeg in de ochtend en rond het middaguur bereiken de eerste militairen van het 9e Infanteriebataljon de kerk in het centrum. Maar vervolgens kost het nog een halve dag om de Duitsers te verdrijven en pas om half zeven ’s avonds is het dorp bevrijd.

Maar dit is pas het begin van een uiterst bloedige strijd. De volgende ochtend zien Poolse militairen een kudde koeien naderen in de ochtendnevel. Wat heeft dit nu weer te betekenen? Opeens ontdekken ze te midden van het vee Duitse soldaten die in hun richting sluipen. De aanval kan op het nippertje worden gestopt. Ook de twee volgende Duitse tegenaanvallen worden afgeslagen, zij het met grote moeite. Als de rust is weergekeerd spreken de Polen over een vijand die zo ‘bewonderenswaardig’ heeft gevochten. Lof die de Polen zelden uitspreken over de zo gehate bezetter van hun vaderland.