Standarski komt oorspronkelijk uit Frankrijk als zoon van een Poolse mijnwerker en neemt in eerste instantie dienst in het Franse leger waar hij zich in 1943 aansluit bij de Franse para’s. In oktober van dat jaar sluit hij zich aan de Poolse brigade.

De leden van het antitank squadron van de Polen die niet meevlogen met de gliders sprongen op 21 september boven Driel. Zonder hun kanonnen die aan de noordkant van de Neder-Rijn stonden, werden ze ingezet als infanterie. Bij Driel betrekken ze stellingen aan de zuidkant van het dorp.

Wanneer hun stellingen op 22 september werden aangevallen door Duitse troepen, laat Standarski een gepantserd verkenningsvoertuig tot op enkele meters naderen. Zodra een Duitse soldaat naar buiten leunt dood Standarski hem, waarop het voertuig zich terugtrekt en de aanval van de Duitsers wordt afgeslagen.

Samen met 43 andere leden van zijn onderdeel stak Standarski in de nacht van 23-24 september de Neder-Rijn over naar Oosterbeek. Omdat tegen die tijd de meeste stukken al buiten gebruik waren, werden ze ook in Oosterbeek als infanterie ingezet. Ze trokken naar de noordwestkant van de perimeter waar ze zich aansloten bij de daar ingegraven troepen van het Border regiment.

In Oosterbeek hanteert hij dezelfde tactiek als in Driel en laat bij een aanval de Duitse voertuigen dichtbij komen voordat hij het vuur opent. Opnieuw weet hij daarmee de aanval af te slaan. Het vermoeden is dat hij daarbij het leven laat. Zijn lichaam werd in mei 1945 teruggevonden in de stellingen op de hoek van de van Lennepweg – Utrechtsweg.

Voor zijn inzet kreeg hij de Poolse onderscheiding Krzyż Walecznych (Cross of Valour/ Kruis van Dapperheid). Deze Pool uit Frankrijk vond zijn laatste rustplaats op de begraafplaatsin Oosterbeek, graf XXVII A 4.