Nederland
Markeren
Deel
Route
Eind april 1945 vonden er nog hevige gevechten plaats voor de bevrijding van Noordoost-Groningen. De haven van Delfzijl was als vluchtroute van strategisch belang voor de Duitse bezetter. De strijd om de havenstad was hevig, duurde 10 lange dagen en kende vele slachtoffers. Op 2 mei 1945 gaven de Duitsers zich uiteindelijk over en kwam er een einde aan de gewapende strijd in Nederland.
De strijd om de havenstad Delfzijl leek op 1 mei 1945 zo goed als gestreden, maar de opgeblazen brug over het Afwateringskanaal en de Duitse beschietingen vanuit de Farmsumer toren blokkeerden de opmars naar Farmsum, het laatste bolwerk van Duits verzet. Het dorp moest nog één dag wachten op de zo verlangde vrijheid. Hindrik Buist beleeft deze strijd als 13 jarige jongen in zijn dorp.‘Op 1 mei stond ik aan de Achterweg en ik zag de lichtspoormunitie die richting de sluizen van het Duurswoldkanaal ging. Maar tegelijk hoorde ik ook het gejuich dat van Delfzijl kwam. Alsof er een doelpunt was gezet. Die daar waren blijkbaar al vrij!’
‘Al dagen liggen we nu al onder vuur. Er zitten ontzettend veel Duitsers in Farmsum, ook in de oude school in de Molenstraat, de nieuwe school aan de Nieuwstad, de gereformeerde school aan de Weiwerderweg (Proosdij) en in de huizen daar vlakbij. Ik zag iemand in de Molenstraat al met een oranje sjerp zwaaien. Maar helaas, toen kwam er een officier uit de richting van de bunkers aan het einde van de Molenstraat. Die riep alle soldaten terug. Ondertussen waren er veel burgers op het Pijpplein en dat terwijl in de toren van de Farmsumer kerk nog scherpschutters zaten.
De nacht van 1 op 2 mei is voor ons in de schuilkelder - een afgedankte stoomketel van de zuivelfabriek in Holwierde, overdekt met zand en balken, op de stortplaats van de oud-ijzerhandel Gans - de ergste nacht van de hele oorlog geworden. We zaten daar in die stoomketel op banken tegenover elkaar. We moeten zowat met de knieën tegen elkaar gezeten hebben. Een Duitser stak zijn hoofd naar binnen en vroeg of er ook mannen waren. ‘Nee, was natuurlijk het antwoord.’ Maar de horlogemaker Windt zat verscholen achter zijn vrouw. Moeder Buist zat ondertussen te kreunen van de pijn door een aanval van galstenen.
Toen het licht werd waagden we ons naar buiten. Een schreeuw: ‘Ze hebben zich overgegeven.’ We zagen het met eigen ogen. Een witte vlag op de toren en een witte vlag op de bunkers. Even later zagen we Canadezen in de Molenstraat. De burgers kregen ondertussen ook door dat er wat te halen viel: dekens, noodrantsoenen en alles wat er maar te pakken was. Er was geen gezag. Later werd er gefeest in Farmsum op het Pijpplein. Het feest ging door, dagenlang.’
Adres
Pijpplein 4 9936 CJ Farmsum