Op de plaquette (in het Engels) die zich hier bevindt, staat het volgende te lezen:

"Het South Alberta Regiment (SAR), 29th Cdn Amr'd Recce Reg't, onderdeel van 4th Cdn Amr'd Div, kregen na het verlaten van het gebied van de Falais Gap in Normandië de taak om de kanaalhavens naar Oostende vrij te maken, Brugge in te nemen en het kanaal Brugge/Gent over te steken. De Belgische BDE stond tijdens die campagne onder bevel van de Cdn Amry. De SAR's groeten de burgers van Brugge voor hun steun in oorlogstijd en hun zorg voor onze oorlogsslachtoffers die begraven liggen op de nabijgelegen begraafplaats van Adegem en de veteranen van de Belgische BDE [Brigade] die hielpen bij het opruimen van de vijand van Belgische bodem. Deze acties hebben een speciale band met het Belgische volk gevestigd die de SAR altijd zal koesteren."

De Canadese 10de Infanterie Brigade had als taak het kanaal Brugge-Gent over te steken, meer bepaald bij Oostkamp-Moerbrugge.

De Brigade bestond uit het 1e Bataljon, The Lincoln and Welland Regiment, het 1e Bataljon, The Algonquin Regiment en het 1e Bataljon, The Argyll and Sutherland Highlanders of Canada (Princess Louise's). Het maakte deel uit van de 4th Canadian Armoured Division, die op de plaquette vermeld staat.

De Slag om Moerbrugge in Oostkamp-Brugge vond plaats van 8 tot 10 september 1944. Er werd geen sterke weerstand van de Duitse troepen verwacht, dus werd slechts één bataljon van de Argyll and Sutherland Highlanders aan de taak toegewezen. Ze werden ondersteund door het 15th Field Regiment, Royal Regiment of Canadian Artillery (RCA), de tanks van het South Alberta Regiment en de Vicker machinegeweren van de New Brunswick Rangers, om beide flanken van de oversteek te beschermen.

De oversteek werd uitgevoerd met civiele schepen, omdat er geen militaire schepen beschikbaar waren. Veel Canadese soldaten verloren het leven door zwaar mortiervuur en 88mm artillerie van de Duitse strijdkrachten.

Op 9 september stak het Lincoln and Welland Regiment het kanaal over om de Argylls op de rechterflank te beschermen. De Duitse tegenaanvallen op het bruggenhoofd waren hevig, maar de A Company van de Argylls hield stand.

Inde ochtend van 10 september slaagden de Genieofficieren er eindelijk in om de Baileybrug te voltooien, waardoor de South Albertas met hun tanks konden oversteken. 700 Duitse soldaten en 250 Canadese soldaten verloren het leven in die drie dagen.