Verhaallijn

De Slag om de Schelde

4 september 1944 / 28 november 1944

Nederland

Deel

In augustus 1944 wisten de geallieerden uit Normandië uit te breken. De snelheid van de geallieerde opmars was zo groot dat de bevoorrading het niet kon bijbenen. Begin september stopte de opmars. De geallieerde troepen hadden een dringende behoefte aan een bevoorradingshaven. Antwerpen was de meest logische keus.

Op 4 september veroverden Engelse troepen de stad Antwerpen, met de havens nog intact. Dit was een belangrijk succes voor de geallieerden, omdat ze nu hun bevoorradingsproblemen konden oplossen. Sinds de uitbraak uit Normandië was de frontlinie in een spectaculair tempo noordwaarts geschoven. Dit veroorzaakte problemen omdat iedere liter brandstof en iedere kogel aangevoerd moesten worden vanuit Normandië. Begin september was het eenvoudigweg onmogelijk geworden genoeg voorraden aan te slepen om de geallieerde legers in beweging te houden. De Britse veldmaarschalk Montgomery was daarom voorstander om alle aandacht te richten op een smal front. Zijn plan heette Operatie Market Garden. Het doel was om de bruggen over de grote rivieren in Nederland te veroveren en zo door te kunnen stoten naar het hart van nazi-Duitsland. Helaas faalde Market Garden omdat de Rijnbrug bij Arnhem in Duitse handen bleef.

Operatie Market Garden had evenwel de aandacht voor de haven van Antwerpen doen verslappen. Het grote probleem was dat ondanks dat de haven in geallieerde handen was, deze niet gebruikt kon worden doordat de Duitsers de Scheldemonding naar de haven controleerden. De Duitsers waren zich bewust van het belang van Antwerpen en hadden hun posities rond de Westerschelde zwaar versterkt. Deze situatie leidde tot wat bekend werd als de Slag om de Schelde. De inzet was het gebruik van de haven van Antwerpen en daarmee de mogelijkheid voor de geallieerden om de laatste fase van de oorlog op een effectieve manier te voeren.