Verhaal

​​Wiltz - The 'Cité Martyre' of Luxemburg​

Luxemburg

Deel

Op 31 augustus 1942 was Wiltz het startpunt van een landelijke algemene staking tegen de invoering van de dienstplicht door het naziregime. Tijdens de Slag om de Ardennen werd de stad zwaar verwoest. Wiltz kreeg daarom na de oorlog de titel 'Cité Martyre'.

Met een decreet van Gauleiter Gustav Simon werd op 30 augustus 1942 in Luxemburg de algemene dienstplicht ingevoerd, in eerste instantie voor degenen die geboren waren tussen 1920 en 1924. Het land werd in een noodtoestand geplaatst en er werden repressieve maatregelen afgekondigd voor deserteurs en hun personen ten laste.

In Wiltz, en vervolgens in het hele land, werden onmiddellijk verschillende doodvonnissen voltrokken door speciale rechtbanken om stakers af te schrikken. Veel stakers werden overgeleverd aan de willekeur van de gevreesde Gestapo voor 'beschermende hechtenis'.

Van de 12.000 Luxemburgse dienstplichtigen werden er 2.500 gedood of vermist aan het front. Van de 3500 dienstweigeraars konden er echter 1100 zich een weg vechten naar de geallieerde legers of zich aansluiten bij het ondergrondse verzet.

Van de 164 jonge dienstplichtigen uit Wiltz alleen al sneuvelden er 42 aan het front, werden er 15 als vermist opgegeven en keerden er 21 gewond terug naar huis.

43 jonge vrouwen uit Wiltz moesten ook lijden onder de behandeling van de Rijksarbeidsdienst ver van huis.

Tijdens de nazi-bezetting werden 91 mensen uit 27 families in Wiltz hervestigd en 15 patriotten stierven in concentratiekampen (KZ).

Het was niet alleen de nazi-bezetting die diepe wonden achterliet, want met de Slag om de Ardennen sloeg het noodlijdende Wiltz opnieuw toe.

Tot twee keer toe werd Wiltz een frontliniegebied. Na felle terugtrekkingsgevechten slaagde de Amerikaanse 28ste Infanteriedivisie erin de Duitse opmars ten zuiden van de stad richting Bastogne twee beslissende dagen tegen te houden op 18 december 1944, waardoor kostbare tijd werd gewonnen voor de verdediging van Bastogne.

Op 20 december 1944 was Wiltz omsingeld. Nadat de laatste Amerikaanse verdedigers hun uitrusting en bruggen hadden vernietigd, slaagden slechts enkelen erin door de vijandelijke linies naar Bastogne te ontsnappen.

Na 27 december 1944 trok het tegenoffensief van generaal Patton Wiltz en zijn dorpen op de heuveltoppen drie weken lang mee in de moorddadige strijd bij SchumannsEck.

Pas op 21 januari 1945 werd de stad eindelijk bevrijd, maar het lijden en de verwoesting waren onmetelijk. Meer dan 80% van de huizen werd verwoest en meer dan 50 burgers lieten het leven.

Zoals altijd lieten de inwoners van Wiltz zich niet uit het veld slaan en herbouwden ze hun 'Cité Martyre' met ongebroken wilskracht. Moge deze erkenning helpen om onze herinnering levend te houden aan de voorbeeldige houding van deze moedige generatie in oorlogstijd.