Polen
Deel
Danuta Siedzikówna ging op 15-jarige leeftijd bij de gewapende verzetsbeweging Armia Krajowa (het Binnenlandse Leger) werken als verpleegster. Na de oorlog, toen de communisten in Polen aan de macht kwamen, werd ze ten onrechte beschuldigd van samenzwering tegen de regering en ter dood veroordeeld.
Danuta Siedzikówna werd in 1928 geboren in een klein dorpje in de buurt van het bos van Białowieża. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak werd het gebied bezet door de Sovjets. Haar vader werd gearresteerd en naar ver in de Sovjet-Unie verbannen. Danuta’s moeder was soldaat in het Armia Krajowa. Nadat de nazi’s Oost-Polen hadden bezet, werd ze door de Gestapo gearresteerd en in 1943 geëxecuteerd in een bos bij Białystok.
In december 1943 zwoeren Danuta en haar zus Wiesława een eed aan het Armia Krajowa en sloten ze zich formeel aan bij het verzet. Ze deed een opleiding tot verpleegster en kreeg de schuilnaam ”Inka”.
De verzetsbeweging in het gebied waar Danuta werkte, had een groot aandeel in de operatie Tempest (Storm), die tot doel had om samen met het Rode Leger van de Sovjets te strijden tegen de nazi’s. Maar waar de nazi’s waren verslagen, namen de Sovjets de macht over. De communistische Sovjets keerden zich tegen het nationalistische Armia Krajowa. Sommige eenheden van het Armia Krajowa besloten om tegen de Sovjets te vechten. Eén daarvan was de 5e Vilnius Armia Krajowa Brigade onder bevel van majoor Zygmunt Szendzielarz.
In juni 1944 werd “Inka” gearresteerd door de geheime dienst van de Sovjet-Unie, de NKVD, voor haar samenwerking met de Poolse verzetsbeweging. Ze werd bevrijd uit de gevangenis, en waarschijnlijk gered van de dood, door de soldaten van de 5e Brigade. Vanaf dat moment moest ze zich verbergen voor de communisten. Ze veranderde haar naam, maar bleef bij de brigade werken als verpleegster en verbindingsofficier bij de.
Polen kreegeen communistische regering gesteund door de Sovjet-Unie. In juni 1946 ging Danuta naar Gdańsk om medicijnen te halen voor haareenheid. Op 20 juli werd ze gearresteerd en in de gevangenis gemarteld om informatie los te krijgen. Ze werd beschuldigd van deelname aan een complot om de regering omver te werpen. Hoewel ze verpleegster was, werd ze beschuldigd van het vermoorden van militieleden en soldaten van het regeringsleger. Communistische propaganda in de pers noemde haar “bloedige Inka”.
Nog geen twee weken later, op 3 augustus, veroordeelde een communistische rechtbank haar ter dood. Op 28 augustus stond ze voor een vuurpeloton, maar geen van de soldaten wilde haar doden. Hoewel ze maar een paar stappen van haar vandaan stonden, raakte Inka alleen gewond. De pelotonscommandant doodde haar toen met een schot door het hoofd.
Ze werd op een onbekende plek begraven. Pas in 2015 werd haar lichaam gevonden.